Seizoenshoning: welke soorten passen bij lente, zomer, herfst en winter?

Inhoudsopgave

1. Lente - fris en bloemig

2. Zomer - vol en zonnig

3. Herfst - kruidig en rijk

4. Winter - warm en troostrijk

5. Afsluiting

Lente – fris en bloemig

In de lente ontwaken de bijen uit hun winterrust en zoeken ze nectar van voorjaarsbloemen.
Typische lentebloemen zijn paardenbloem, wilg en fruitbloesem.

Past goed bij:

• yoghurt, granola of kwark
• lichte theeën zoals kamille of munt
• zachte kazen

Populaire lentehoning: bloemenhoning of phaceliahoning — licht van kleur, zacht en delicaat van smaak.

Zomer – vol en zonnig

In de zomer is er overvloed aan bloemen en kruiden. Bijen halen nectar van onder andere klaver, lavendel en lindebloesem.

Past goed bij:

• zomerse salades met geitenkaas
• ijsthee of limonade
• marinades voor kip of groenten

Typische zomerhoning: lindehoning of tijmhoning – licht kruidig, friszoet en aromatisch.

Herfst – kruidig en rijk

De herfst brengt donkere, intensere honingsoorten. De bijen bezoeken dan onder meer heide en kastanjebomen.

Past goed bij:

• warme havermout of pannenkoeken
• kazen met karakter, zoals oude kaas of brie
• hartige gerechten met pompoen of noten

Aanrader: heidehoning, boekweithoning of eikenhoning– vol, kruidig en diep van smaak.

Winter – warm en troostrijk

In de winter zoeken we comfort en warmte. Donkere honingsoorten passen hier perfect bij, bijvoorbeeld dennenhoning, sparrenhoning of boshoning.

Past goed bij:

• kruidenthee of warme melk
• winterse baksels, zoals peperkoek of appeltaart
• als natuurlijke zoetmaker in stoofgerechten

Afsluiting

Elke pot honing vertelt een verhaal van het seizoen waarin hij is gemaakt. Door te kiezen voor seizoenshoning geniet je niet alleen van variatie in smaak, maar ook van de rijkdom van de natuur — het hele jaar door.